Gegeneraliseerde angststoornis: 9 tips bij overmatig piekeren!
Gegeneraliseerde angststoornis of ook wel piekerstoornis genoemd, komt voor bij zo’n 3 % van de Nederlanders. Je bent eigenlijk continu angstig en overbezorgd zonder reden. Je tobt buitensporig veel over allerlei zaken. Gezondheid, werk, financiën, dierbaren, wereldproblemen…. Het kost je moeite je piekergedachten te controleren. Daardoor krijg je geen rust. Je slaapt slecht, bent zenuwachtig en gespannen. Ook misselijkheid, hoofdpijn en diarree kunnen je parten spelen. Lees hier wat je kunt doen voor meer controle over je onnodige en dwangmatige gepieker.
Tips voor meer grip op je gegeneraliseerde angststoornis
Piekeren doet iedereen op z’n tijd. Maar, maak je je buitensporig en nodeloos veel zorgen? Denk je uitsluitend in doemscenario’s. Niet een, maar meerdere tegelijkertijd? Bijvoorbeeld dat het eten van kippenvlees je ziek maakt en je dood kan worden? Dat je partner te laat thuis is, omdat hij overspel pleegt of een ongeluk heeft gehad? Dat die een negatieve beoordeling van je baas leidt tot ontslag en verlies van je huis? Duren die dwangmatige piekergedachten minimaal 6 maanden? Vraag dan je huisarts om advies. Je kunt een gegeneraliseerde angststoornis hebben. Daarnaast kun je zelf alvast stappen nemen om meer grip te krijgen op je bovenmatige tobberijen.
1. Begin een piekerschrift
Zet je piekergedachten op papier. Doe dat het liefst dagelijks op een vast tijdstip. Dat is jouw piekermoment. Dan ga je bewust piekeren en schrijf je gewoon al je angsten op. Daarbuiten parkeer je het. Steek een angstgedachte de kop op? Dan zegt je: ‘Ik spreek je later tijdens mijn piekermoment’.
2. Zijn je gedachten reëel?
Een goede manier om je gegeneraliseerde angststoornis het hoofd te bieden, is je gedachten te toetsen. Door jezelf steeds een spiegel voor te houden. Zo kun je bijvoorbeeld tegen jezelf zeggen: Is mijn getob reëel? Is er concreet bewijs dat het werkelijkheid wordt? Wat is het meest waarschijnlijke dat gebeurt? Hoe zou ik reageren als een ander in eenzelfde situatie verkeerde? Blijf je steeds je gedachten toetsen? Dan zul je ontdekken dat je gedachten na verloop van tijd reëler worden.
3. Bedenk een oplossing voor je piekerproblemen
Piekeren zorgt ervoor dat je in een vicieuze cirkel terechtkomt. Je gedachten blijven maar doorgaan en doorgaan. Je raakt als het ware van de regen in de drup. Roep jezelf een halt toe en pak je probleem aan. Stroop je mouwen op. Omschrijf je probleem en bedenk een oplossing. Zet de gevolgen op een rij en kies de oplossing die je aanspreekt. Door concreet aan de slag te gaan met je gegeneraliseerde angststoornis kom je erachter dat het allemaal niet zo erg is als je dacht. Begin klein en breid het steeds een beetje uit.
4. Daag jezelf uit
Natuurlijk kun je jezelf ook opzettelijk uitdagen en juist dingen doen die je bang maken. Opzettelijk een fout maken, toch dat stukje vlees eten, je partner bellen en vragen waarom hij/zij verlaat is. Gewoon doen! Je zult ontdekken dat de realiteit veel minder dramatisch is dan je denkt. In negen van de tien keer zal er niets ergs aan de hand zijn óf gebeuren.
5. Leid jezelf af
Komt er een piekergedachte in je op? Leid jezelf dan af door iets te doen wat je leuk vindt. Een kruiswoordraadsel maken, een dierbare bellen, een kast opruimen et cetera. Duurt de afleiding meer dan 10 minuten? Dan is je getob verdwenen. Of onderbreek je negatieve piekergedachte zodra die de kop opsteekt. Zeg ‘Stop nu!’ tegen jezelf en zoek afleiding om de daaropvolgende maalstroom van gedachten voor te zijn.
6. Ga sporten en/of mediteren
Speelt allerlei getob je parten? Zit je ineengedoken op de bank? Raap jezelf bijeen en ga sporten. In beweging zijn leidt af en helpt je ontspannen. Ook mediteren is een effectieve manier om je gegeneraliseerde angststoornis los te laten. Gewoon rustig in- en uitademen via je buik en laat gedachten komen en gaan zonder conclusies te trekken. Gaandeweg zul je ervaren dat je relaxter bent.
7. Uit je getob
Natuurlijk kun je thuis in je uppie gaan zitten piekeren. Maar, waarom deel je je angsten niet met anderen? Praat erover met iemand die je na staat, begrijpt en kan inleven. Het helpt vaak om zaken te relativeren en in perspectief te zien. Doe het eens. Vertel wat je bezighoudt en vraag hoe de ander het ziet. Je zult ontdekken dat diegene ook weleens die gedachten heeft, maar dat het geen ding is dat steeds aandacht vraagt.
8. In het hier en nu zijn
Bij een gegeneraliseerde angststoornis gaan de tobberijen meestal over dingen uit het verleden of wat in de toekomst kan spelen. Probeer dat los te laten en focus je op het huidige moment, het hier en nu. Sluit je ogen even en focus je eens op de geluiden en activiteiten die je hoort. Van spelende kinderen, passerende auto’s, een fluitende fietser, de regen die tegen het raam tikt enzovoort. Ook mindfulnessoefeningen helpen je meer in het hier en nu te leven.
9. Zoek professionele hulp
Zoals eerder al aangegeven: vermoed je dat je een gegeneraliseerde angststoornis hebt? Omdat je je bovenmatig zorgen maakt en geen vat op je gepieker krijgt? Ga naar je huisarts, want je aandoening is goed te behandelen.