Hoe kun je beter dingen onthouden?


Hoe kun je beter dingen onthouden?

“Als student fysiotherapie spreekt het ene mij meer aan dan het andere. Zo ben ik geïntrigeerd door de ontwikkeling van jezelf. Ik luister jullie podcast, lees boeken over het onderwerp en consumeer veel informatie. Mijn vraag: hoe zorg je dat je alle informatie uit boeken en podcasts goed onthoudt en toepast?”

Deze vraag kregen we van Tiemen. 

We leven in een tijd waarin we te maken hebben met een enorme informatie overkill. Aan de ene kant hebben we last van FOMO: fear of missing out. We willen alle informatie meenemen en onthouden. De praktijk leert uiteindelijk wat echt relevant is en wat je nog meeneemt in de rest van je leven. 

Albert heeft 30 jaar lang lesgegeven. Als hij mensen later vroeg wat ze onthouden hadden, bleek dat maar 5% van alle kennis te zijn. Vaak was het vooral een gevoel of bepaalde zin. Al het andere waren ze al snel weer kwijt. 

De formule om beter te onthouden

Er bestaat een formule die je kunt toepassen als je iets goed wilt onthouden. Je moet de lesstof aandienen in de vorm van 20% theorie, 30% feedback van je medestudenten of docenten en 50% ervaring. 

Wil je dat iets permanent wordt opgeslagen in je systeem? Houd dan deze ratio aan. 

Als je alleen maar theorie consumeert - het maakt niet uit of dat via audio, video of een boek is - kun je onmogelijk alle informatie onthouden. 

Vind een vorm die bij jou past

Vorig jaar deed Tonny een boekenlees-challenge waarin hij 30 boeken las in zes weken tijd. Mensen vroegen hem vaak: “Maar onthoud je dan alles?” Natuurlijk heeft hij niet alles onthouden. 

In zijn vorige kantoor had Tonny een boekenkast waarin het boek ‘How to get rich’ van Donald Trump stond. Het was het allereerste businessboek dat Tonny in 2007 kocht. Hij kent de eerste alinea nog precies uit zijn hoofd. Daarin staat: “I don’t do it for the money. I’ve got enough. Much more than I ever need. I do it to do it. Deals are my artform.” Het is meer dan 10 jaar geleden dat Tonny het heeft gelezen. Hoe kan het dat hij het zo precies heeft onthouden?

De reden dat Tonny deze alinea zo goed heeft onthouden, is niet omdat hij het heeft gelezen. Het komt doordat hij Trump jaren nadat hij het boek las een keer heeft horen spreken. Daarin citeerde hij zijn eigen boek. Hij citeerde de woorden in een verhaalvorm. Op een andere manier dan in het boek dus. Daardoor bleef het hangen. 

Om iets beter te onthouden, moet je een vorm van informatie consumeren vinden die bij jou past. Als je alleen maar leest, kun je ervan uitgaan dat je het merendeel vergeet. Dat is ook niet erg. Weten wat je moet negeren is een onderdeel van succes. De dingen die je wél wilt onthouden, zul je in een bepaalde emotie moeten brengen. 

Soms heb je geen controle over de vorm en manier waarop de informatie tot je komt. Dan zul je zelf een manier moeten vinden om het bij je emotie te krijgen. 

Hoe een groot sociaal netwerk helpt om te onthouden


Albert kan heel goed moppen onthouden. Dat heeft hij te danken aan zijn brede sociale netwerk. Als hij een mop hoort, vertelt hij hem binnen een dag aan iemand anders. Binnen drie dagen vertelt hij hem nog een keer. En binnen een week nog eens. Ook binnen 14 dagen en dan binnen een maand vertelt hij de mop. Dan heeft hij de mop zo vaak verteld, dat hij van zijn kortetermijngeheugen naar zijn langetermijngeheugen is gegaan. 

Het helpt ook dat een mop automatisch gepaard gaat met een emotie. Je moet erom lachen. Of huilen. Daarnaast is de herhaling die erin zit belangrijk. Evenals de periode waarin je de mop verhaalt.

Iets anders wat Albert doet om moppen te onthouden, is ze categoriseren. Zo heeft hij een hele categorie dierenmoppen. En een hele categorie moppen over nonnen. En die zitten allemaal in een soort subdirectories in zijn brein. Dat is hoe zijn brein werkt. 

Beter onthouden met behulp van plaatsen

Als Albert iets graag wil onthouden, koppelt hij het aan een bepaalde plaats. Als hij iets leert, stelt hij zijn huis voor. Dan plaatst hij een bepaald begrip op de bank. Of hij hangt het bijvoorbeeld aan de schemerlamp. Als hij dan aan die plek denkt, komt het woord opeens weer terug. 

Misschien ken je het wel. Iemand spreekt je aan en zegt: “Hoi, hoe is het met jou?” Ondertussen draait je brein overuren en denk je: ‘Shit, waar moet ik die van kennen!’. Wanneer iemand vertelt over waar jullie elkaar ontmoet hebben, komt alle informatie ineens weer terug. Als Albert de locatie weer weet, weet hij ook weer precies wat er in dat gesprek allemaal gezegd is. 

Het belang van een unieke factor


Je moet informatie een unieke factor geven. De eerste keer dat je iets doet, is alles nieuw en herinner je er nog van alles van. Maar als je datzelfde steeds weer opnieuw doet, voegen alle herinneringen zich samen. 

Tonny leerde over dit principe in het boek ‘Moonwalking with Einstein’. Het boek gaat over hoe je je geheugen kunt trainen. De conclusie? Maak iets memorabel!

Naarmate je ouder wordt, heb je het gevoel dat de tijd steeds sneller gaat. Maar de tijd gaat niet sneller, jouw perceptie van tijd verandert. Vooral als je later terugkijkt op je week. Je vraagt je af waar de tijd is gebleven. Of waar het afgelopen jaar is gebleven. 

Als je jong bent, doe je veel dingen voor het eerst. Maar naarmate je ouder wordt, doe je steeds meer dingen die je heel vaak doet. Daarom voegen herinneringen zich samen tot één massale herinnering. Als je een week lang elke ochtend hetzelfde ontbijt eet, herinner je je aan het eind van de week niet alle 7 momenten meer. 

Naarmate je steeds minder dingen voor het eerst gaat doen, worden ze steeds minder memorabel. Je herinnert ze niet meer goed en het lijkt alsof je een hele korte week hebt gehad. Daardoor lijkt het leven sneller te gaan. 

Albert doet - zelfs op zijn leeftijd - nog veel dingen voor de eerste keer. Daarom haalt hij er op zijn manier het maximale uit. Wel herkent hij dat herinneringen steeds meer geclusterd worden. 

Het clusteren van informatie is ook een methode om het beter te onthouden. Dat doet Albert bijvoorbeeld door moppen in categorieën te verdelen. Je brein houdt daarvan. Het is super efficiënt en kost minder energie. 

Verhalen vertellen en visualiseren

Je brein onthoudt geen statische informatie. Als je een boek leest, blijft de informatie niet zomaar hangen. Wel onthoud je vaak de verhalen. Als een verhaal een bepaalde emotie losmaakt - zoals spanning of humor - blijft het je bij. 

Lukt het niet om informatie te verwerken in een verhaal? Maak het dan visueel in je brein. Bijvoorbeeld door het te koppelen aan een bepaalde plaats. Of door er een beeld bij te bedenken. 

Tonny heeft deze methode een tijdje terug verwerkt in een training over neuromarketing. In zijn training vertelde hij over vier hoofdredenen waarom mensen ‘nee’ zeggen tegen je product. Voordat hij dat uitlegde, deed hij een uitgebreide visualisatie. Vervolgens gaf hij de vier factoren, die allemaal gekoppeld waren aan een deel van de visualisatie. 

Door iets visueel te maken, het in een bepaalde volgorde te zetten en er een verhaal bij te vertellen, zorg je er op verschillende manieren voor dat je brein de informatie onthoudt. 

Je kunt deze techniek als trainer toepassen, zodat mensen de informatie die je vertelt beter onthouden. Maar je kunt het ook op jezelf toepassen, bijvoorbeeld om de informatie die je leest beter op te slaan. 

Gebruik beide hersenhelften om informatie te onthouden


Als je iets echt wilt onthouden, zul je allebei je hersenhelften moeten inschakelen. Niet alleen de analytische linkerhelft waarin je rijtjes leert, maar juist ook je rechter hersenhelft die er een beeld aan koppelt. 

Visualiseren, inleven en emoties toevoegen zijn essentieel om de informatie tot je te krijgen. 

Wat Albert vaak doet als hij iets wil onthouden, is kruislopen. Als hij informatie wil herinneren, denkt hij eraan terwijl hij loopt. Met zijn rechter elleboog tikt hij zijn linkerknie aan. En met zijn linker elleboog zijn rechterknie. 

Waarom zou je zo’n gekke beweging maken? Omdat het je hersenhelften verbindt! Sowieso is bewegen al heel belangrijk. En juist door beide hersenhelften tegelijk te activeren, ga je informatie makkelijker onthouden. 

Slapend informatie onthouden?

Wanneer je slaapt, geef je je brein de kans om informatie letterlijk en figuurlijk te herstructureren. Je brein plaatst de informatie in verschillende subdirectories in je brein. 

Als je op een dag veel input en prikkels hebt gehad, is je brein nog druk bezig om alle emotionele indrukken te verwerken. Het is dan lastiger om de kennis die je wilt onthouden er nog bij te stoppen. 

Een goede nacht slapen helpt dus om informatie op te slaan. Maar het begint al de dag ervoor. Stop ook overdag af en toe om een herstelmoment te pakken. Vraag jezelf af wat je tot op dat moment al hebt geleerd. En wat zou je daar graag van willen onthouden? Wat is de kern die je uit een gesprek, verhaal, boek of podcast hebt gehaald?

Tijdens zo’n herstelmoment kun je alvast opschrijven wat je wilt onthouden. Om de kans dat het je bijblijft nog verder te vergroten, kun je er meteen een beeld of metafoor aan koppelen. Zo weet je zeker dat het wordt gecategoriseerd. Als je vervolgens ook nog eens de tijd neemt om rustig te slapen, valt het vanzelf op zijn plek. En als je het de dagen daarna nog een paar keer herhaalt, is het geankerd voor de rest van je leven.