Hoe ga je om met complotdenkers?

Hoe ga je om met complotdenkers?

“Mijn partner is een complotdenker. Hoe moet ik daarmee omgaan?” Als je partner of een goede vriend(in) gelooft in complottheorieën, kan dat een best complexe situatie zijn. Want hoe werkt dat met complottheorieën? Waarom geloven mensen erin? En het belangrijkste: hoe ga je er uiteindelijk mee om?

Complottheorieën zijn van alle tijden, maar vooral de laatste tijd hoor je er veel over in het nieuws. Complottheorieën gaan terug naar de tijd van Caesar. Toen hij werd neergestoken en aan Brutus vroeg: “Zelfs jij?” Toen was er al een complot tegen Caesar. Ook rondom de Tweede Wereldoorlog waren er complottheorieën. De nazi’s hadden een complottheorie dat de financiële stromen met name door het Joodse volk werden gecontroleerd. Dat vonden ze een aanleiding om het Joodse volk te terroriseren.

Tegenwoordig gaan er meerdere complottheorieën rond. Er zijn de mensen die denken dat het coronavirus een complot is. Ook geloven mensen in de Deep State en steken ze 5G zendmasten in de fik. En ook in de Verenigde Staten is er van alles gaande rondom complotten. Volgens Trump is er een complot waardoor hij de verkiezingen niet heeft gewonnen. Aan de andere kant is er een impeachment bezig tegen Trump. Ook dat zou je een complot kunnen noemen.

Complotten zijn er in allerlei vormen. Er zijn ook veel complotten die goedaardig zijn. Als we het ergens mee eens zijn of als een onderwerp in de mainstream media voorkomt, dan zien we het niet snel als een complot. De laatste tijd wordt er plots veel meer over complotten gesproken. Dat komt omdat we in een crisis zitten.

Het gaat niet om het fenomeen, maar om de angst

Een paar jaar geleden werd Albert geïnterviewd door NPO 1. Ze vroegen hem wat hij vond van het vluchtelingenprobleem. In die tijd kwam er een hele stroom vluchtelingen in bootjes over de Middellandse Zee naar Europa. Je zag er allerlei verschrikkelijke beelden van. Er was destijds een enorme weerstand tegen het toelaten van vluchtelingen in Europa.

Een van de eerste dingen die Albert in dat radio interview zei, was dat het in essentie helemaal niet over de vluchtelingen gaat. Het gaat over de angst voor vluchtelingen. Er kunnen verschillende angsten zijn. Angst dat je de controle verliest, angst dat systemen ontregeld raken, angst dat je iets tekort komt of angst dat vluchtelingen je baan zouden kunnen afpakken. Misschien voel je je onveilig en ben je bang dat je wordt aangevallen.

Je projecteert jouw eigen angsten op de vluchtelingen. Maar in feite heeft het niets met die vluchtelingen te maken. Het is een fenomeen dat zich voordoet. De belangrijkste vraag is: hoe ga je met dit fenomeen om?

Op dit moment dient er zich – zoals de media het noemt – een onzichtbare vijand aan. Ook dit zorgt voor angsten. Hoe ga je daar mee om?

Hoe ontstaan complottheorieën?

Een complottheorie is een neiging van het brein om houvast te krijgen. Dit kan het gevoel geven dat jij wel weet hoe het zit. En dat geeft je een gevoel van veiligheid. Je hebt een houvast. Als je weet hoe het zit, kun je er namelijk ook iets aan doen.

Er zijn wat wetenschappelijke onderzoeken geweest om te achterhalen hoe het kan dat sommige mensen makkelijker in complottheorieën geloven dan anderen. Het kan onder andere komen doordat je brein gevoeliger is voor gevaar dan voor niet gevaar. Je kunt beter iets te vaak voorzichtig zijn dan dat je één keer niet voorzichtig genoeg bent geweest.

Het menselijk brein is van nature meer gericht op potentieel gevaar en negativiteit. Negativiteit weegt zwaarder dan positiviteit. Het is een zelfbeschermingsmechanisme gericht op het overleven van de soort.

Een andere verklaring is dat mensen verhalen vaak beter onthouden dan droge feiten. Dat hebben Tonny en Albert als spreker ook gemerkt. “Je kunt een uur lang tips geven en aan het einde weten mensen er amper nog wat van. Maar als je een verhaal vertelt, weten mensen het na een jaar nog steeds”.

Het menselijk brein onthoudt geen losse stukjes informatie. We denken in verhalen. Complotten zijn altijd verhalen. Spannende verhalen met een boosdoener erin. De ontkrachting van complottheorieën is zelden een verhaal. Het zijn droge theorieën met losse feiten erin. Het zijn stukjes informatie die we een stuk minder makkelijk onthouden.

Het menselijk brein onthoudt geen losse stukjes informatie. We denken in verhalen.

In 2015 was er een onderzoek naar hoe mensen tegenover nieuwe vaccinaties stonden. In dat onderzoek lieten ze mensen een aantal horrorverhalen over een vaccin lezen. Vervolgens kregen de deelnemers feiten te zien die de statements uit de horrorverhalen ontkrachtten.

Toen de deelnemers ondervraagd werden, bleken alsnog veel mensen te geloven in het horrorscenario. Ze waren nog steeds sceptisch en huiverig. Ze onthielden het doemscenario beter dan de daadwerkelijke feiten.

Hoe ga je om met complotdenkers?

Hoe ga je er nu mee om als iemand in je directe omgeving gelooft in complottheorieën? Als je er met iemand een gesprek over aangaat, moet het wel oprecht zijn. Probeer niet te pareren met feiten en wijs ze ook niet af om hun denkwijze. Dan ben je ze van tevoren al kwijt.

Volgens Albert heeft complotdenken met een vorm van angst te maken. Je kunt de ander vragen of hij dat bij zichzelf herkent. Vraag ook wat je kunt doen om die angst voor de ander weg te nemen.

Wat kun je doen om te zorgen dat de ander zich minder angstig voelt?

Natuurlijk kun je niet de wereldproblemen wegnemen, maar je kunt wel gezellig samen zijn. Of samen even gaan wandelen. Trek de ander even uit die context. Daar begint het mee. Het zit ‘m niet zozeer in wat jíj denkt, maar meer in wat je doet om de ander gerust te stellen. Wat kun je doen om te zorgen dat de ander zich minder angstig voelt?

Een complottheorie bestaat meestal uit verschillende onderdelen. Probeer ze niet allemaal op te lossen. Misschien wil je iemand helpen en begint hij over tien verschillende dingen waar hij bang voor is. Pak er dan voor die avond één uit en vraag diegene waar hij zelf invloed heeft. Of wat hem of haar gerust kan stellen.

Geloven in complottheorieën doet niet altijd kwaad

Er zijn veel mensen die in complottheorieën geloven. Slechts een heel klein percentage is echt bereid om in actie te komen. Dat zijn de mensen die de straat op gaan, het Capitool bestormen of met een pan staan te slaan voor het torentje van Rutte.

De meeste mensen hangen vooral vanuit entertainment aan een complottheorie. Ze vinden het vermakelijk om het erover te hebben. Ze weten niet helemaal hoe het zit. Want heel eerlijk: we weten het zelf ook niet.

Er zijn veel mensen die op dit moment nadenken en misschien hun vraagtekens zetten bij de situatie van nu. Misschien vinden een aantal van hen het leuk om het over deze vraagtekens te hebben. Daar is niets mis mee. Het wordt pas een probleem als iemand radicaliseert door zijn / haar overtuigingen.

Als iemand een wat extremere mening aanhangt en jij verklaart diegene voor gek, dan druk je deze persoon verder in die gedachte. Soms komt een dergelijke situatie heel dichtbij. Wellicht heb je een familie of goede vriend(in) die extreem in complottheorieën gelooft. Dan is het je misschien niet waard om de familieband te verliezen door ruzie te maken over (bijvoorbeeld) of  9/11 wel echt een terroristische daad was.

In veel gevallen kun je niet zo makkelijk zeggen dat je het er niet over wilt hebben. Ook geef je de ander dan ook niet de kans om zijn / haar gevoelens of gedachten te uiten. En als je lacherig over de ideeën van een ander doet, duw je diegene alleen maar meer het extreme in.

Complottheorieën bespreken zonder te discussiëren

Als iemand het over de complottheorie wil hebben, dan zit daar een bepaalde behoefte onder. Het komt dat vaak doordat hij / zij een bepaalde erkenning wil krijgen. Of misschien wil de persoon in kwestie een bepaalde connectie krijgen die mist of juist een angst uiten.

In plaats van de discussie aangaan, kun je beter doorvragen over het complot. Waar blijken jouw argumenten precies uit? Hoe kom je aan deze informatie? Wat gaat er gebeuren als hetgeen waar je bang voor bent daadwerkelijk ontstaat?

De meeste mensen die in een complottheorie geloven, zitten heel erg aan de oppervlakte. Ze verwijten de mainstream media van nepnieuws en halen daar hun eigen nieuws bij om dit te beargumenteren. Vaak bestaat er ook geen bronvermelding bij het nieuws wat zij aanhalen. Als je een beetje doorvraagt, komt vanzelf naar boven waar de echte twijfel bij iemand zit. Je merkt dan ook direct hoe serieus iemand is over het onderwerp. Als je het gesprek op deze manier aanpakt, kun je wellicht nog redelijk goed met diegene praten. Maak er vooral geen discussie van en probeer deze al helemaal niet te winnen. Daarmee maak je het alleen maar erger.

We komen hiermee uit op een hele mooie methode: On Dialogue. Van David Bohm. Een boek dat Albert een tijdje geleden las. De methode laat het antwoord in het midden. Iemand deelt een mening of een ervaring. Jij doet hetzelfde. En als je het dan in het midden kunt leggen en ieder er op zijn manier zijn of haar waarheid uithaalt, dan ben je letterlijk en figuurlijk On Dialogue.