Tonny Loorbach, spreker
Zelfvertrouwen
Albert & Tonny
Zelfvertrouwen
05/18/2021
9 min

Angst voor spreken in het openbaar, hoe kom je er vanaf?

05/18/2021
9 min


Angst voor spreken in het openbaar, hoe kom je er vanaf?

Wereldwijd heeft tussen de 40% en 60% van de mensen last van glossofobie: angst voor spreken in het openbaar. Het is een van de grootste angsten die mensen hebben. In sommige onderzoeken staat het zelfs boven de angst voor de dood.

Er zijn vijf soorten angsten zijn die in meer of mindere mate bij elk mens voorkomen:

  1. Angst voor de dood: de ultieme manier om controle te verliezen
  2. Angst om je gezondheid te verliezen: daarom doen we zo ons best om gezond te blijven
  3. Angst voor autonomie: je wilt het gevoel hebben dat je er mag zijn
  4. Angst om je ego te verliezen
  5. angst om er niet bij te horen

Spreken in het openbaar valt onder de laatste categorie. Maar het heeft er ook te maken met het risico dat je je ego verliest.

Bang om door de mand te vallen bij RTL Late Night

Albert Sonnevelt, RTL Late Night

Albert heeft lange tijd angst gehad op het podium. Voor hem had het met name te maken met het verlies van zijn ego. Hij had een expertstatus opgebouwd rondom stress en burn-out. Het laatste wat hij wilde, was gestrest overkomen op het podium. En juist daardoor was hij super gestrest.

Een van de momenten waarop Albert het meeste angst had om te spreken, was toen hij als stress expert was uitgenodigd door RTL Late Night. Hij vond het een hele eer dat hij daarvoor gevraagd was. Maar hij kreeg het ‘s morgens pas te horen dat hij die avond in de uitzending mocht zitten.

Vanaf dat moment ging het helemaal mis. Hij kreeg zweetplekken onder zijn arm en vroeg zich af hoe hij het ging doen. Op dat moment trok de uitzending nog dagelijks meer dan een miljoen live kijkers.

Albert zag een enorm risico om door de mand te vallen. Hij zag de krantenkoppen al voor zich: ‘Albert Sonnevelt, dé specialist op het gebied van stress stort hyperventilerend in tijdens de uitzending’.

Achteraf kwam Albert heel relaxed over tijdens de uitzending. Maar hij moest wel zijn hele repertoire aan ontspanningsoefeningen en ademhalingsoefeningen op zichzelf toepassen. Toen hij terug in de auto zat, had hij knallende hoofdpijn. Er was in de aanloop van de uitzending zoveel spanning opgebouwd en dat kwam er toen allemaal uit.

Albert had zich allerlei doemscenario’s in zijn hoofd gehaald. Maar achteraf ging het heel goed. 80% van de dingen waar je bang voor bent, komen nooit uit. Dat is alvast de eerste tip die we je willen meegeven over spreken in het openbaar.

Anxiety en excitement zijn hetzelfde

Op een podium staan is in feite neutraal. Totdat je er een betekenis aan geeft. De angst voor spreken in het openbaar gaat daarom vaak niet om het spreken zelf, maar om de betekenis die je daaraan koppelt. Het brein is constant op zoek naar gevaar. Daarom krijg je eerder doemscenario’s in je hoofd dan dat je denkt: ‘Te gek, dit is een superkans voor mij’.

Er ligt een hele dunne lijn tussen anxiety en excitement. De reacties die je lichaam in beide situaties afgeeft zijn vrijwel hetzelfde.

Stel je eens een situatie voor waarin je excitement ervaart. Wat gebeurt er met je lichaam? Je ademhaling gaat omhoog, je hartslag gaat omhoog, je gaat transpireren. Al deze fysiologische reacties krijg je ook bij anxiety.

Als mens ben je geneigd om die lichamelijke signalen negatief te interpreteren. Terwijl je ook zou kunnen denken: ‘Ik ben mezelf aan het opladen om een prestatie te kunnen leveren’. Want dat is wat je doet tijdens een Tv-uitzending of op het podium. Je wilt iedereen in de zaal bereiken en daar heb je zendvermogen voor nodig.

 Dat zendvermogen moet je in jezelf opwekken. Het werkt als een soort dynamo. Je wilt zoveel zendvermogen opwekken dat je ook de persoon achterin de zaal bereikt. Dat opwekken van energie voel je in je lichaam. We interpreteren het als stress, maar wat er eigenlijk gebeurt, is dat je lichaam zich oplaadt voor een prestatie.

Een beetje spanning is niet erg

Inmiddels staat Tonny al meer dan twaalf jaar voor groepen. Vroeger vond hij zichzelf een goede spreker. Maar als hij nu video’s van die tijd terugkijkt, heeft hij er van alles op aan te merken. Nog altijd is hij zenuwachtig voor presentaties. Maar wel op een goede manier.

Je wilt op scherp staan. Zolang Tonny op het podium staat, is hij super energiek. Maar zodra hij het podium afloopt, is het alsof er een hooibaal op zijn hoofd valt. Dan is er een complete ontlading.

Waar het vaak mis gaat bij spreken in het openbaar

Waar het vaak misgaat, is dat je van tevoren dingen gaat instuderen. Je bedenkt alvast wat er moet gebeuren en wat er vooral niet moet gebeuren. Je wilt bijvoorbeeld niet over de tijd heen gaan. Dan gaat er één ding sowieso gebeuren: je gaat over de tijd heen. Je kunt een hele tekst instuderen die je wilt gaan vertellen. Maar als je er eenmaal staat en niet meer de precieze zinnen weet, ontstaat er stress en loop je vast. Dan blokkeert het in je hoofd.

Weet je wat het gekke hieraan is? Als je niet voor een groep zou staan, maar datzelfde verhaal vertelt tegen vrienden in een bar, dan loop je niet vast. Je verzint ter plekke welk punt je wilt maken. En je kunt reageren op de mensen om je heen. Misschien wordt het patroon soms verbroken doordat er iets gebeurt of iemand inhaakt op wat je vertelt. Dan heb jij weer even bedenktijd, bijvoorbeeld om je iets te herinneren wat je in eerste instantie vergeten was om te vertellen.

publiek, luisteren, lezing

Veel mensen stappen het podium op en beginnen te zenden. Je kunt dan vooraf bedenken hoe het zou moeten gaan en achteraf hoe het gegaan is. Maar daartussen zit niets. Je kunt niet bijsturen.

Tonny krijgt bijvoorbeeld vooral stress vanwege de tijd. Hij is lekker bezig en ziet ineens de klok. Hij krijgt de rekensom in zijn hoofd niet rond van hoe lang hij nog heeft. Dan gaat er een knop om en racet hij naar de finish. Het maakt hem dan niet meer uit of mensen hem verstaan of begrijpen wat hij zegt. Het is rennen en hopen dat hij de finish haalt. En dan kijkt hij achteraf wel hoe het gegaan is.

Wanneer je het spannend vindt om te spreken in het openbaar, raak je in een soort bevroren stand. Je gaat vechten, vluchten of bevriezen. Maar voor een goede presentatie wil je juist kunnen bijsturen. Je wilt je gedachten en je lichaam onder controle krijgen.

Hoe ontstaat presentatie angst?

Plankenkoorts kan verschillende oorzaken hebben. Herkennen wat voor jou de oorzaak is, kan je helpen om over je angst voor spreken in het openbaar heen te komen.

Mensen in de zaal

Presentatie angst kan veroorzaakt worden door het soort mensen in de zaal. Misschien zet je de mensen in de zaal boven je en voel je je niet gelijkwaardig. Of misschien zitten er veel vrienden en familieleden in de zaal. Zo vindt Albert het altijd spannender om een presentatie te houden als hij weet dat er ook bekenden in de zaal zitten. Sommige mensen hebben het juist andersom. Die hebben hebben juist een houvast aan familieleden die in de zaal zitten. Angst voor spreken in het openbaar kan heel erg te maken hebben met welke mensen er in de zaal zitten.

De situatie

Misschien vind je het in de ene situatie geen probleem om te spreken in het openbaar, maar raak je van een andere situatie zwaar gestrest. Een presentatie voor 10 personen is heel anders dan spreken voor 100 mensen. Ook kan het verschillen of je ergens de enige spreker bent of dat je er als gastspreker bent. De situatie is heel bepalend voor hoeveel angst je voor een presentatie kunt voelen.

Het onderwerp

Ten slotte kan het onderwerp bepalend zijn voor hoe spannend je het vindt om een presentatie te houden. Spreken over een onderwerp waar je heel vertrouwd mee bent is vaak gemakkelijker dan spreken over een onderwerp waar je wat minder zelfverzekerd over bent. Ook een nieuw onderwerp waar je nog nooit eerder over hebt gesproken kan extra spannend zijn.

Elimineer je triggers voor presentatie angst

Als je een inventarisatie hebt van wat voor jou de triggers zijn die zorgen voor presentatie angst, kun je deze van tevoren elimineren. Bijvoorbeeld door een ander publiek te kiezen, zodat je je gelijkwaardig voelt. Zo vond Albert het altijd een stuk makkelijker om een presentatie te geven voor studenten dan tegenover een groep hoogleraren of artsen.

Op een gegeven moment bedacht hij zich zich dat die artsen heel breed geschoold zijn en een fantastische opleiding achter de rug hebben. Maar Albert heeft zich gespecialiseerd in één onderwerp en weet daarover veel meer dan de gemiddelde persoon in de zaal. Anders zouden ze hem niet als expert uitnodigen. Die gedachte hielp hem om sterker in de zaal te staan.

Zo gebruik je je beide hersenhelften

Ooit heeft Tonny van Albert geleerd dat je als mens twee hersenhelften hebt. Als je stress hebt, blokkeert je corpus callosum. Dat is de verbinding tussen beide hersenhelften. Wanneer dat blokkeert, is er geen communicatie meer tussen beide hersenhelften. Je valt dan terug in de hersenhelft waar je het meest thuis bent. Bij Tonny is dat de linkerhersenhelft.

hersenen, hersenhelft, brein

De trigger waar Tonny het meest last van heeft is tijd. Dat is zijn grootste uitdaging. Zodra hij de tijd ziet, krijgt hij stress en valt hij terug in de linkerhersenhelft. De theoretische kant. Hij voelt de groep dan niet meer aan en heeft geen ruimte meer voor interactie. Ook kan hij zijn creativiteit niet meer gebruiken om bijvoorbeeld een stuk over te slaan of iets op een andere manier te vertellen.

Gelukkig is er iets heel eenvoudigs wat je kunt doen om je corpus callosum te deblokkeren: bewegen. Loop af en toe op en neer op het podium.

Een tip die Tonny ooit van Albert kreeg, was om de twee kanten van het podium te zien als je twee hersenhelften. Als je aan de rechterkant van het podium staat, sta je in je rechterhersenhelft. Dan kun je creatief zijn en grapjes maken met het publiek. Als je links gaat staan, word je de leraar en houd je focus op de inhoud. Je kunt rondlopen over het podium op basis van in welke hersenhelft je wilt zijn.

Geef eerlijk toe dat je spreken in het openbaar spannend vindt

Lange tijd heeft Albert het zoveel mogelijk verborgen dat hij het spannend vond om op het podium te staan. Dat veranderde bij een lezing over stress tijdens een festival van het magazine Happinez.

Tijdens die lezing zei hij gewoon: “Het onderwerp is stress en spanning. En ik weet zeker dat er niemand in deze hele zaal zo gestrest is als dat ik ben.” Iedereen moest erom lachen.

 Alleen al erkennen dat hij iets spannend vond en niet angstvallig een beeld in stand proberen te houden, heeft Albert enorm geholpen. Hij had niets meer te verliezen. Daarna werd hij direct rustiger.

Beter leren spreken in het openbaar begint met oefenen

Wij zijn er goed in om gevat te zijn en in het moment te reageren. Zo heeft iedereen wel een talent. Misschien heb jij wel een talent om op de juiste momenten stiltes te laten vallen. Of om een hele diepe connectie te maken met de mensen in de zaal door iets heel persoonlijks te vertellen. Vind iets wat bij jou past en gebruik dat als ankerpunt.

Er zijn allerlei trainingen over spreken in het openbaar. En ook op het internet lees je er honderden tips over. Maar houd het klein. Presenteren is iets wat je kunt oefenen. Gewoon thuis voor de spiegel. Je kunt kijken naar je eigen mimiek en ondertussen wennen aan je eigen stem.

Veel mensen vinden het spannend om te spreken in het openbaar. Maar niet iedereen heeft dezelfde uitdaging. Tonny had altijd moeite met het tempo en stiltes laten vallen. Maar er zijn ook mensen die te lang blijven hangen in een interactie. Of die te veel in hun hoofd zitten.

Wij raden aan om vooral te gaan oefenen. Dat is uiteindelijk het belangrijkste. En geniet er ook van. Zoals Johan Cruijff ooit zei: “Ga het veld op en geniet.” Dat is eigenlijk het enige wat je hoeft te doen.

Vanochtend kreeg Tonny een appje met een mooie uitspraak en daar stond in: ‘Vandaag is de morgen waar je gisteren bang voor was.’ Dat heb je ook vaak op het podium. De dag van tevoren of de ochtend van tevoren kijk je er enorm tegenop. Maar als je er eenmaal staat, valt het vaak wel mee. Door je dat te realiseren, valt de stress er vanaf. Dan blijft alleen de gezonde spanning over. Je wilt wel presteren, maar bent niet meer bang om te falen. Want achteraf valt het altijd mee.

Reacties